Overlopende passiva zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen (met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume (art. 49, lid 1 – BBV)). Een essentieel kenmerk is dat voor de gemeente een verplichting bestaat. Een verplichting is een plicht of verantwoordelijkheid tegenover een derde om op een bepaalde manier te handelen of te presteren (dit kan voortkomen uit een overeenkomst maar ook uit, door een derde al geleverde prestatie waarvoor nog geen betaling heeft plaatsgevonden). Verplichtingen kunnen rechtens afdwingbaar zijn als gevolg van een bindende overeenkomst of wettelijke vereiste.
Vanaf 01-01-2008 worden van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren onder de overlopende passiva opgenomen (art. 49, onderdeel b– BBV). Als op basis van de voorwaarden van de specifieke doeluitkering het niet bestede bedrag moet worden terugbetaald, dan is dit terug te betalen voorschotbedrag verantwoord onder de netto vlottende schulden (art. 48, onderdeel d – BBV en vraag 2 van deel 15 – vragen en antwoordenrubriek). Overlopende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde (art. 63 lid 7 – BBV).