In 2023 zijn geen nieuwe leningen verstrekt of aangetrokken. In het gehele jaar een ruim liquiditeitsoverschot. Op het gebied van het risicobeheer waren er geen overschrijding van de limieten voor renterisico, kasgeld en het schatkistbankieren.
Het Treasurybeleid van de gemeente Deventer is vastgelegd in het Treasurystatuut. De laatst vastgestelde versie van het statuut is uit 2021. Aanvullend is een beleidskader 'Verlenen van garanties en het verstrekken van geldleningen' uit 2020 van toepassing.
Het Treasurystatuut beschrijft de volgende doelstellingen:
- het waarborgen van een blijvende toegang tot de kapitaalmarkt om de beschikbaarheid over voldoende financiële middelen zeker te stellen;
- het beheersen van financiële risico’s (renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s);
- het realiseren van zo laag mogelijke kosten (rente, provisies en kosten van het betalingsverkeer) en het zeker stellen van voldoende liquiditeit.
In de praktijk betekent dit dat complexe en risicovolle producten worden vermeden. Er worden enkel onderhandse leningen aangegaan bij financiële instellingen in de euro-valuta. De gemeente verstrekt alleen leningen in het kader van de publieke taak. Tijdelijke overtollige liquiditeiten worden ondergebracht bij het schatkistbankieren van de Rijksoverheid.
Het Treasurybeleid heeft geen winstoogmerk. Uitgangspunt is dat alle rentelasten intern worden doorbelast aan de investeringen voor onder andere grondexploitaties, kapitaalgoederen, deelnemingen en leningen aan verbonden partijen. Hiervoor wordt jaarlijks een omslagrente bepaald waarmee een neutraal renteresultaat kan worden bereikt.
Voor de beheersing van risico’s dient de gemeente te voldoen aan een aantal limieten:
- Renterisiconorm: het totale bedrag aan langlopende schulden wat in een kalenderjaar wordt afgelost of een renteherziening kent mag maximaal 20% bedragen van de totale gemeentebegroting.
- Kasgeldlimiet: het totale bedrag van kortlopende schulden (na aftrek van vlottende middelen) mag maximaal 8,5% bedragen van de totale gemeentebegroting.
De gemeente is ook verplicht te schatkistbankieren: liquide middelen dienen bij de schatkist te worden aangehouden met uitzondering van maximaal 2% van het begrotingstotaal voor het dagelijkse betaalverkeer..
Aangetrokken financiering
Huidige liquiditeits- en rentepositie
De gemeente beschikt over voldoende liquide middelen en een stabiele toegang tot financiering. Er is veel onzekerheid over de rentestand van nieuwe leningen, zie daarvoor de rentevisie. De risico's voor de totale rentelasten zijn beperkt door de beperkte financieringsbehoefte, deze bevinden zich binnen de wettelijke normen. Ook is dit risico onderdeel van de weerstandsparagraaf.
Financieringsstrategie
Gegeven de doelstellingen van het Treasurystatuut worden alleen nieuwe langlopende leningen aangetrokken als er een concrete financieringsbehoefte is. Dit wordt gedurende het jaar gemonitord. Tijdelijke financieringsbehoefte wordt opgevangen met de rekening-courant ter hoogte van €28 miljoen en de mogelijkheid kort lopende leningen af te sluiten.
Rentevisie
De rente op de kapitaalmarkt wordt bepaald door vraag en aanbod die worden beïnvloed door verschillende ontwikkelingen, waaronder de inflatieverwachting, het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) en de kredietwaardigheid van de Nederlandse overheid ten opzichte van andere landen. Deze rentevisie is gebaseerd op recente analyses van ING en ABN-Amrobank.
- De macro-economische situatie en inflatieverwachting: De economie was in 2023 in een lichte recessie. In de eurozone is de economie de laatste 4 kwartalen nauwelijks gegroeid en in het derde kwartaal van 2023 met 0,1% gekrompen. Daarnaast is de inflatie sterk gedaald (op Europees niveau van 10,6% in oktober 2022 naar 2,9% in oktober 2023). De inflatieverwachting is voorzichtig positief. De ECB verwacht eind 2025 in de buurt van de 2% streefwaarde voor de eurozone uit te komen. De kerninflatie is nog relatief hoog, wat duidt op een langere periode met hoge kapitaalmarktrentes. De kerninflatie wordt niet beïnvloed door sterk volatiele producten als energie en voedsel, waardoor deze inflatie een betere voorspelling is voor de toekomstige inflatie.
- Het beleid van de ECB: De ECB heeft een reeks renteverhogingen doorgevoerd, sinds juli 2022 is de belangrijkste beleidsrente in tien opeenvolgende stappen met 4,5%-punt verhoogd. De laatste verhoging was eind september 2023. De ECB zal naar verwachting de rente tot juni 2024 op het huidige niveau houden. Bij een aanhoudend zwakke (afgekoelde) economie en afnemende inflatie zal de beleidsrente weer verlaagd worden.
- Kredietwaardigheid van de Nederlandse overheid ten opzichte van andere landen: De kredietwaardigheid van de gemeente is hoog en wij verwachten hierin geen veranderingen.
- Algemene kapitaalmarktliquiditeit en vertrouwen: De algemene kapitaalliquiditeit en het vertrouwen (in het eurogebied) kent op dit moment geen bijzonderheden.
- Overige invloeden, geopolitieke spanningen of politieke onzekerheden: De politieke en economische onzekerheden zijn blijvend hoog, met mogelijk negatieve gevolgen voor de inflatie en rente. Zo heeft in de Verenigde Staten een sterk gestegen staatsschuld waar zorgen over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in het derde kwartaal van 2023 geleid heeft tot hogere rente op de kapitaalmarkt. Ook de aanhoudend hoge staatsschuld van sommige landen in de eurozone kan bij een hogere rente tot problemen leiden die invloed hebben op de kapitaal- en geldmarkten.
Conclusie
De rente die gemeenten betalen is het afgelopen jaar gestegen van 2,6% eind 2022 naar 3,7% in oktober 2023 en in februari 2024 gedaald naar 2,9%. De vooruitzichten zijn positief, de kans op een stabiele rente in het komende jaar is hoog. In de begroting 2024 houden we rekening met een rente van 3,5% voor nieuwe leningen en in weerstandsvermogen met het risico dat deze rente verder stijgt.
Langlopende geldleningen (> 1 jaar)
De omvang van de langlopende leningenportefeuille tot 31 december 2023 is opgenomen in de volgende tabel. De liquiditeitspositie is dit jaar positiever dan geraamd, onder andere door meevallers in het gemeentefonds. Hierdoor is de geraamde nieuwe lening niet nodig geweest.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Aangetrokken financiering | Begroting (primair) | Jaarrekening |
Stand per begin jaar | 199,9 | 199,9 |
Contractuele aflossingen | 16,4 | 16,4 |
Nieuwe leningen | 10,0 | 0,0 |
Stand per einde jaar | 193,5 | 183,5 |
Kortlopende schulden (< 1 jaar)
De gemeente beschikt over een rekening-courant kredietfaciliteit met een maximum van €28 miljoen. Deze wordt gebruikt om schommelingen in het rekeningsaldo op te vangen en is in het afgelopen jaar toereikend geweest. Er zijn geen andere kortlopende schulden.
Verstrekte leningen
Samenstelling bestaande leningenportefeuille
Onderstaande tabel toont een overzicht van de verstrekte leningen waarin geen afwijkingen van de begroting zijn te melden.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Verstrekte leningen | Begroting (primair) | Realisatie |
Stand per begin jaar | 19,1 | 19,1 |
Contractuele aflossingen | 1,0 | 1,0 |
Nieuwe leningen | 0,0 | 0,0 |
Stand per einde jaar | 18,1 | 18,1 |
Onderstaande tabel toont een overzicht van het uitstaand saldo per tegenpartij per 31-12-2023.
(bedragen x €1 miljoen) | |
Tegenpartij | Uitstaand saldo |
---|---|
NV Sportbedrijf | 12,08 |
Go Ahead Eagles | 3,84 |
Enexis Holding | 1,35 |
Stichting MiMiK | 0,43 |
WDW Escohold | 0,42 |
Deventer Hockey Vereniging | 0,01 |
Totaal | 18,14 |
Renteresultaat
Interne doorberekening van de rente
Het financieringsbeleid van de gemeente gaat uit van integrale financiering. Uitgangspunt is dat het taakveld Treasury een neutraal renteresultaat kent, dat bereikt wordt door alle netto rentelasten door te belasten aan de programma’s op basis van de activawaarde als onderdeel van de kapitaallasten. De rente die voor deze doorberekening wordt gebruikt, is de omslagrente. Bij de bepaling van de rentelasten worden niet alleen de externe rentelasten meegenomen, maar ook de rentebaten op verstrekte leningen en de interne rentetoerekening aan reserves en voorzieningen.
Rente grondexploitaties
De toerekening van rente aan grondexploitaties vindt altijd op basis van de gerealiseerde rentelasten plaats. Onderstaande tabel toont de berekening van het rentepercentage zoals dat aan de grondexploitaties in 2023 is doorbelast. Met 2,18% is dit percentage lager dan de 2,41% waar in de primaire begroting mee is gerekend. Het verschil komt voort uit de lagere rentelasten en het hogere eigen vermogen van de gemeente. De begroting is daarop in de loop van 2023 gewijzigd waardoor dit bij de jaarrekening niet meer leidt tot een verschil in het renteresultaat. De nacalculatie van het rentepercentage bij de jaarrekening blijft binnen de toegelaten marge van 0,5%-punt.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Rente Grondexplotaties | Begroting (primair) | Begroting (bijgesteld) |
Balanspositie passiva (begin boekjaar) | ||
1 Eigen vermogen | 123.7 | 180,4 |
2 Vreemd vermogen | 303,3 | 287,8 |
3 Langlopende leningen (excl. projectfinanciering) | 199,0 | 199,0 |
4 Kortlopende leningen | 0,0 | 0,0 |
Rentelasten | ||
5 Rente langlopende leningen (excl. projectfinanciering) | 7,20 | 7,05 |
6 Rente kortlopende leningen | 0,00 | 0,00 |
Berekening | ||
7 Gewogen gemiddeld rentetarief (5+6) / (3+4) | 3,6% | 3,5% |
8 aandeel vreemd vermogen t.o.v. balanstotaal (2) / (1+2) | 66,7% | 61,5% |
9 Rentepercentage Grondexplotaties (7*8) | 2,41% | 2,18% |
Renteresultaat
Onderstaande tabel toont het renteresultaat voor 2023 zoals primair begroot, bij de tweede kwartaalrapportage is bijgesteld en uiteindelijk is gerealiseerd. De getoonde verschillen komen voort uit afwijkingen in de externe rentelasten en -baten en de omvang van de balansposities waaraan de omslagrente wordt doorberekend.
De gehanteerde algemene omslagrente voor 2023 is bij de begroting vastgesteld op 2,3%. Gedurende het jaar is gemonitord of de afwijking tussen de vooraf bepaalde omslagrente en de daadwerkelijke gemiddelde rentelasten meer dan 25% bedraagt. In dat geval vindt correctie plaats. Door de hogere rentebaten is een correctie nodig geweest, en is de omslagrente verlaagd naar 1,7%. De hogere rentebaten zijn zo gecompenseerd door een lagere doorberekening aan activa. Hierdoor is het renteresultaat binnen de wettelijke marges gebleven. Renteresultaten worden verrekend met de generieke weerstandsreserve.
(bedragen x €1 miljoen) | |||
---|---|---|---|
Renteresultaat | Begroting (primair) | Begroting (gewijzigd) | Jaarrekening |
Rentelasten | |||
Rente korte financieringsmiddelen | 0,00 | 0,00 | -1,38 |
Rente langlopende geldleningen | 7,23 | 7,05 | 7,16 |
Rente toegerekend aan eigen vermogen | 0,55 | 0,60 | 0,45 |
Rente toegerekend aan voorzieningen | 0,95 | 0,93 | 0,93 |
Totaal lasten | 8,73 | 8,58 | 7,16 |
Renteopbrengsten | |||
Doorberekening aan grondexploitaties | 2,27 | 1,91 | 1,91 |
Doorberekening aan activa (omslagrente) | 7,05 | 7,34 | 5,42 |
Totaal opbrengsten | 9,32 | 9,25 | 7,33 |
Renteresultaat | 0,59 | 0,67 | 0,17 |
Rentemarge op verstrekte leningen | 0,19 | 0,23 | 0,30 |
Renteresultaat (na correctie) | 0,78 | 0,90 | 0,47 |
Risicobeheer
lnleiding
De belangrijkste risico’s van het geldbeheer zijn het renterisico, liquiditeitsrisico en kredietrisico. Deze paragraaf beschrijft de wijze waarop de gemeente Deventer met deze risico's omgaat en welke normen hierbij gelden.
Renterisico op langlopende financiering
Stijgende rente op de kapitaalmarkt kan leiden tot hogere rentelasten dan is begroot. Dit treedt op bij herfinanciering van aflopende leningen waarbij het verschil tussen de oude en nieuwe rente tot hogere rentelasten kan leiden. Ook een hogere totale schuld zal tot hogere rentelasten leiden. De renterisico’s op de langlopende financieringsmiddelen worden beperkt door de renterisiconorm. Deze (wettelijke) norm bepaald dat de renterisico’s van renteherziening en herfinanciering niet hoger mag zijn dan 20% van de totale lasten op de begroting. Het doel van de renterisiconorm is het spreiden van de renterisico’s van de leningenportefeuille waardoor een verandering in de rente vertraagd doorwerkt in de rentelasten van de gemeente. Om hieraan te voldoen, wordt bij de keuze voor looptijd van de lening een goede spreiding van de aflossingen over de jaren gewaarborgd. De onderstaande tabel maakt inzichtelijk dat in 2023 geen overschrijding heeft plaatsgevonden van deze norm.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Renteresultaat | Begroting | Jaarrekening |
Renterisico op vaste schuld | ||
1a Renteherziening op vaste schuld (o/g) | 0,0 | 0,0 |
1b Renteherziening op vaste schuld (u/g) | 0,0 | 0,0 |
2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) | 0,0 | 0,0 |
3 Betaalde aflossingen | 16,4 | 16,4 |
4 Renterisico op vaste schuld (2+3) | 16,4 | 16,4 |
Renterisiconorm | ||
5 Stand van de begroting per 1 januari | 455,0 | 455,0 |
6 Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage | 20% | 20% |
7 Renterisiconorm | 91,0 | 91,0 |
Toets renterisiconorm | ||
8 Renterisiconorm | 91,0 | 91,0 |
9 Renterisico op vaste schuld | 16,4 | 16,4 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (8-9) | 74,6 | 74,6 |
Renterisico op kortlopende financiering
Bij financiering met kortlopende contracten is er onzekerheid over de toekomstige rentelasten. Deventer gebruikt kortlopende financiering daarom alleen om schommelingen in de liquiditeitspositie op te vangen en niet voor het financieren van langlopende investeringen. Ook wettelijk is het gebruik van kortlopende leningen beperkt. De kasgeldlimiet beperkt de toelaatbare omvang van de netto vlottende schuld tot 8,4% van de begrote lasten.
De gemeente heeft een maximaal rekening-courant krediet van €28 miljoen om schommelingen in de beschikbare liquiditeit op te vangen. Hiermee blijft de gemeente binnen de kasgeldlimiet van €38,7 miljoen. Onderstaande tabel maakt inzichtelijk dat dit in het afgelopen jaar ook daadwerkelijk het geval is geweest. Overschrijding van de kasgeldlimiet heeft formele consequenties wanneer dit langere tijd aanhoudt. De provincie dient als toezichthouder op de hoogte te worden gebracht wanneer er in drie opeenvolgende kwartalen sprake is van een overschrijding.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
---|---|---|---|---|
Toets kasgeldlimiet | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Kasgeldlimiet (8,5% van begrotingstotaal) | 38,7 | 38,7 | 38,7 | 38,7 |
Gemiddelde netto vlottende schuld | -24,1 | -25,4 | -39,0 | -45,0 |
Overschrijding (-) ruimte (+) | 62,8 | 64,1 | 77,7 | 83,7 |
Liquiditeitsrisico
Liquiditeitsrisico is de situatie dat de gemeente niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen door een tekort aan liquide middelen. Dit risico wordt beheerst door kredietruimte aan te houden op de rekening-courant. Overtollige liquide middelen worden aangehouden bij het Rijk (het verplichte schatkistbankieren), het risico op versnippering van geld op verschillende kas- en banksaldi is beperkt. Tot slot is er goede en vlotte toegang tot aanbieders op de geldmarkt waardoor het liquiditeitsrisico zeer klein is.
Schatkistbankieren betekent dat de gemeente wettelijk verplicht is om tijdelijk overtollige middelen (liquiditeitsoverschotten) die boven een wettelijk geregeld saldo (2% van het begrotingstotaal) uitkomen, moet stallen bij het Rijk. De gemeente Deventer heeft dit gewaarborgd door ervoor te zorgen dat een positief saldo op de lopende rekeningen automatisch wordt afgeroomd boven een bepaald bedrag.
Onderstaande tabel laat zien dat in het afgelopen jaar in alle kwartalen is voldaan aan de limiet voor het schatkistbankieren.
(bedragen x €1 miljoen) | ||||
---|---|---|---|---|
Toets limiet schatkistbankieren | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Toegestaan saldo (2%) van begrotingstotaal)* | 9,1 | 9,1 | 9,1 | 9,1 |
Gemiddeld saldo gemeentelijke rekeningen op dagbasis | 3,1 | 2,8 | 3,4 | 2,5 |
Overschrijding (-) ruimte (+) | 6,0 | 6,3 | 5,7 | 6,6 |
Kredietrisico
De kredietrisico’s zijn beperkt tot situaties waarin een van de partijen waaraan de gemeente leningen heeft verstrekt niet in staat is om deze terug te betalen. In die gevallen ontstaat een risico dat de gemeente de betreffende lening moet afschrijven. Uitzettingen zijn op grond van het Treasurystatuut slechts toegestaan uit hoofde van de uitvoering van een publieke taak waardoor dit risico beperkt is tot de uitgeleende middelen aan hoofdzakelijk verbonden partijen. De tabel in paragraaf 6.6.4 toont de hoofdsom per tegenpartij. Zoals te zien bedraagt het maximale kredietrisico op één partij €12,08 miljoen (Deventer Sportbedrijf).
EMU saldo
Het EMU-saldo van de gemeente Deventer draagt bij aan het totale EMU-saldo van het Rijk en alle mede-overheden. De berekening van het EMU-saldo gaat uit van ontvangsten en uitgaven en wijkt daarom af van het saldo van baten en lasten zoals dat in de begroting is gepresenteerd. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.
In 2018 hebben Rijk en mede-overheden afgesproken dat het EMU-tekort van mede-overheden in de periode tot en met 2022 maximaal -0,4% BBP mag bedragen. Dit geldt ook nog voor 2023. Jaarlijks wordt in de septembercirculaire door het Rijk aangegeven wat op basis van dit percentage het gewenste maximale EMU-saldo per gemeente is (de referentiewaarde). Voor Deventer is dit een EMU-saldo van -€16,4 miljoen. De referentiewaarde is indicatief en overschrijding door een individuele gemeente heeft geen directe consequenties.
Onderstaande tabel toont de opbouw van het EMU-saldo op basis van het hiervoor opgestelde CBS schema. Het EMU-saldo over 2023 is €18,0 miljoen positief. Dit betekent dat de gemeente via reële transacties meer geld binnenkrijgt dan dat ze uitgeeft.
(bedragen x €1.000) | |||
---|---|---|---|
Omschrijving | Begroting | Jaarrekening | |
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -28.202 | 18.913 | |
Mutatie (im)materiële vaste activa | 24.091 | 6.329 | |
Mutatie voorzieningen | -28 | -133 | |
Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -34.400 | -7.091 | |
Verwachte boekwinst/verlies bij de verkoop van financiële vaste activa en (im)materiële vaste activa, alsmede de afwaardering van financiële vaste activa | 0 | 0 | |
EMU saldo | -17.921 | 18.018 | |
EMU referentiewaarde | -16.430 | -16.430 | |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) tov referentiewaarde | -1.491 | 34.448 |