Uit de analyse in deze paragraaf blijkt ten opzichte van de vorige analyse een daling van de risico's die de gemeente loopt. De specifieke weerstandsreserve wordt op het niveau gebracht waarmee aan de beleidsuitgangspunten van het risicomanagement in Deventer wordt voldaan. Deze paragraaf is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en weerstandsvermogen (2015) en de beleidsnota Reserves en voorzieningen (2018).
Ontwikkelingen
De totale maximale risico's zijn berekend op ruim €43 miljoen. In totaal zijn er 46 risico’s die meewegen in het berekenen van het weerstandsvermogen, waarvan 7 risico’s met een hoge risicoscore (hoge impact en/of hoge kans). Deze worden toegelicht in deze paragraaf.
Binnen de grondexploitaties zijn de risico's voor woningbouwlocaties gestegen en voor bedrijventerreinen gedaald. Bij het bedrijventerrein vormt mogelijke vertraging als gevolg van (te late) beschikbaarheid van de netwerken van Enexis het grootste risico. Op alle grondexploitaties houden we rekening met een maximaal risico van €22,3 miljoen. De risico's op sociaal domein zijn licht gestegen, tot een totaal maximaal risico van €11,5 miljoen. Andere risico's waaronder Omgevingswet, Cyber aanvallen en overige risico's hebben een maximale impact van €8,7 miljoen. De kans van optreden is voor alle risico's gemiddeld geschat op 30%. Om de risico's met deze kans op te kunnen vangen wordt €15,9 miljoen in de specifieke weerstandsreserve aangehouden.
Conclusies
De risico's zijn licht gedaald en dit leidt tot een lager niveau van de specifieke weerstandsreserve. Een voldoende hoog weerstandsvermogen (ratio van minimaal 1) wordt bereikt door de specifieke weerstandsreserve te verlagen met €168.000.
Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de risico's. De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet-begrote kosten te dekken. Dit is hoofdzakelijk de specifieke weerstandsreserve. De risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn worden meegenomen in de analyse. Risico's die binnen de betreffende budgetten opgevangen kunnen worden zijn niet opgenomen in de analyse. Van elk risico (een gebeurtenis) wordt een analyse gemaakt met oorzaken, een kans van optreden en mogelijke gevolgen voor de weerstandsreserve.
Een goed zicht op de aanwezige risico’s en het hebben van financiële buffers heeft verschillende voordelen. Ten eerste kan ervoor worden gezorgd dat incidentele tegenvallers op te vangen zijn zonder dat de gemeente meteen hoeft te bezuinigen, waardoor een continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd is en het behalen van doelstellingen niet financieel gehinderd wordt. Daarnaast kunnen buffers dienen als een extra zekerheid om onvoorspelbare risico’s op te vangen, waarmee in het risicoprofiel niet of slechts gedeeltelijk rekening is gehouden.
Voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit is gebruik gemaakt van de Monte Carlo simulatietechniek, met een zekerheidspercentage van 90%. Bovenop de uitkomst van het simulatiemodel rekent Deventer met een minimumnorm (2% omvang algemene uitkering + 2% OZB-capaciteit). Dit is een opslag voor financiële tegenvallers die niet zijn opgenomen in de berekening.
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke weerstandsreserve, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Meer informatie
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000) | ||
---|---|---|
Element | Onderdeel | Waarde |
Specifieke weerstandsreserve | 17.138 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 274 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 2.155 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | - | |
Onbenutte investeringsruimte | - | |
Onbenutte belastingcapaciteit | - | |
Stille reserves | p.m. | |
Saldo weerstandscapaciteit 2023 | 19.567 |
Specifieke weerstandsreserve
De specifieke weerstandsreserve is €16,1 miljoen.
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten Onvoorzien, de stelpost Autonome ontwikkelingen en de stelpost Accres algemene uitkering (gemeentefonds). De post onvoorzien is €274.000 en de stelpost autonome ontwikkelingen is €2.155.000. Deze kunnen worden ingezet om risico's op te vangen. De stelpost Accres algemene uitkering is in 2024 op nul gesteld waardoor deze niet meetelt in de onbenutte begrotingsruimte.
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar en ook de belastingcapaciteit wordt volledig benut (kostendekkend). Deventer kent een aantal stille reserves (zie 'overige panden en gronden' in paragraaf Grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een analyse van de risico’s die gemeente Deventer loopt vermeerderd met de minimumnorm. De risico’s met een risicoscore ≥ 9 worden hieronder nader toegelicht.
Meer informatie
Risicokaart
De aard van de risico’s wordt weergegeven in een risicokaart. Hoe roder de kleur, hoe hoger de prioriteit voor de aanpak van het risico. De risico's worden in het volgende onderdeel toegelicht.
Gekwantificeerde risico's
De risico’s uit de risicokaart worden in de volgende tabel toegelicht, de 'positie' is de plaats op de risicokaart. Met 'gevolg' wordt de maximale impact van een risico bedoeld. Alle risico's worden in de berekening voor de benodigde weerstandscapaciteit gewogen met de 'kans' van optreden.
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | Programma | |
Sociaal Domein (3D's) | Meedoen/Jeugd | |||||
1 | Risico's overschrijdingen in de jeugdzorg - stijging van het volume als gevolg van het woonplaatsbeginsel en de stijging van de kosten voor de duurdere cliënten. | 75% | 1.700.000 | 4-4 | 16 | |
2 | BTW Sport - onduidelijkheid over (tijdelijke) regelgeving. Het risico bestaat dat we een deel van de BTW voor eigen rekening moeten nemen. | 70% | 1.400.000 | 4-3 | 12 | |
Bedrijvenpark A1 | Herstructurering en vastgoed | |||||
3 | Risico vertraging als gevolg van (te late) beschikbaarheid van de netwerken van Enexis. | 40% | 4.500.000 | 3-5 | 15 | |
BUIG | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | |||||
4 | Het risico dat het macro budget BUIG dat het Rijk vaststeld niet toereikend is en/of het aantal clienten dat in Deventer een beroep doet op de bijstand hoger is dan het aantal waarop het Rijk het BUIG budget voor Deventer bepaalt. Het eigen risico bedraag | 35% | 4.400.000 | 3-5 | 15 | |
Mimik | Kunst en cultuur | |||||
5 | Risico dat rente op en aflossing van de verstrekte lening aan MIMIK niet wordt gerealiseerd. | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | |
Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | |||||
6 | Risico op hogere lasten (dan begroot) bij de implementatie van de nieuwe Omgevingswet | 50% | 1.350.000 | 3-3 | 9 | |
Verplaatsing saldonboten | Leefomgeving | |||||
7 | Risico op een mogelijke schadeclaim | 40% | 825.000 | 3-3 | 9 |
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend op basis van alle gekwantificeerde risico's die niet binnen de budgetten opgevangen kunnen worden, vermeerderd met een minimumnorm voor niet gekwantificeerde overige risico's. Het resultaat van deze berekening is een aan te houden weerstandscapaciteit voor de gekwantificeerde risico's van €13,1 miljoen. Dit wordt verhoogd met de minimumnorm van €5,3 miljoen voor overige risico's waarmee de reële omvang van de benodigde weerstandscapaciteit uitkomt op €18,4 miljoen.
Minimumnorm
In de onderstaande tabel is de minimumnorm berekend. Voor 2024 is door de stijging van het gemeentefonds en de OZB-capaciteit de minimumnorm met €100.000 gestegen ten opzichte van de begroting.
(bedragen x €1 miljoen) | ||
---|---|---|
Minimumnorm | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkering (gemeentefonds)* in 2024 | 233 | 4,7 |
Verwachte OZB capaciteit 2024** | 32 | 0,6 |
Saldo | 265 | 5,3 |
*)exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en inclusief inkomstenmaatstaven OZB - obv decembercirculairee 2023 | ||
**)begroting 2024-2027 zie paragraaf lokale heffingen |
Simulatiemodel
In het simulatiemodel wordt rekening gehouden met de mogelijke impact van een risico, de kans dat een risico zich voordoet en de kans dat ze tegelijkertijd voordoen. Dit wordt gesimuleerd in een model waarin de kans van de verschillende combinaties van uitkomsten worden berekend, met behulp van de Monte Carlo-simulatie methode. De uitkomsten zijn te lezen in de volgende grafiek. In 90% van alle simulatie-uitkomsten volstaat een risicoreserve van €13,07 miljoen om de impact op te vangen. De uitkomst is met €0,25 miljoen gedaald ten opzichte van de begroting 2024.
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om de risico’s op te kunnen vangen. Deze verhouding is de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit = 18.538.000
Benodigde weerstandscapaciteit = 18.370.000
Ratio weerstandsvermogen = 1,01
De beschikbare weerstandscapaciteit is iets hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit. Dit betekent dat er voldoende weerstandsvermogen is om de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen. Daarom wordt in deze jaarrekening de specifieke weerstandsreserve (ten bate van de generieke weerstandsreserve) verlaagd tot het gewenste niveau van €15,9 miljoen. Het verschil van €168.000 wordt toegevoegd aan de generieke weerstandsreserve.
De nieuwe stand van de specifieke weerstandsvermogen, de post Onvoorzien en de stelpost Structurele autonome ontwikkelingen is samen €18,37 miljoen, waarmee de ratio uitkomt op 1.
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden.
Onder andere:
- ontvangen subsidies en specifieke uitkeringen (kans op terugvordering door niet voldoen aan de voorwaarden)
- algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek);
- btw/BCF (ontwikkelingen en plafond BTW compensatiefonds (BCF));
- vennootschapsbelasting
- leegstand onroerende panden in eigendom;
- restauratie monumentale panden;
- garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd. Voor het opvangen van deze risico’s houdt Deventer middelen aan in de generieke weerstandsreserve.
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2022 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en actuele financiële informatie vanuit vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2023.
(bedragen x €1) | |||
---|---|---|---|
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 12.077.910 | 879.553 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.882 | - | - |
Enexis Holding BV | 932.512 | 1.354.025 | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Vordering op Enexis BV | 52 | 0 | - |
Publiek Belang Electriciteitsproductie BV | 1 | ||
CSV Amsterdam BV | 52 | - | - |
Totaal | 3.129.562 | 13.431.935 | 879.553 |
In de paragraaf verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Op basis van een wetswijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) publiceert Deventer vanaf begrotingsjaar 2015 de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting en jaarrekening. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun gemeente.
De kengetallen zijn gebaseerd op de balans en exploitatierekening 2023. Hieronder worden de uitkomsten van de berekening van de kengetallen gepresenteerd. Vervolgens volgt een beknopte beoordeling van de uitkomsten in relatie tot de financiële positie. De vergelijking met het gemiddelde van gemeenten in dezelfde grootteklasse is afkomstig van de rijksoverheid Findo.nl - Data Financiën Decentrale Overheden waarbij een vergelijking gemaakt wordt op basis van de jaarrekening 2023.
Kengetallen | Jaarrekening 2022 | Begroting 2023 | Jaarrekening 2023 |
---|---|---|---|
Netto schuldquote | 39 | 59 | 33 |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 35 | 55 | 29 |
Solvabiliteitsratio | 39 | 22 | 40 |
Structurele exploitatieruimte | 10,54 | 4,07 | 10,04 |
Grondexploitatie | 11 | 3 | 9 |
Belastingcapaciteit | 95 | 95 | 97 |
Netto schuldquote
De schuldquote betreft de verhouding tussen de schuld en de totale baten. Een hoger percentage betekent meer schuld ten opzichte van de baten. Het BBV maakt onderscheid tussen de ongecorrigeerde en de gecorrigeerde netto schuldquote, waarbij gecorrigeerd wordt voor verstrekte leningen. De netto schuld bestaat uit alle aangetrokken leningen minus de uitzettingen (bijvoorbeeld het saldo schatkistbankieren). Bij de Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen wordt netto schuld verminderd met de verstrekte leningen aan o.a. woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen.
Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties. De rentelast drukt dan niet op de gemeentelijke begroting. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren is het kengetal Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden opgenomen.
Vergeleken met de rekening 2022 en de begroting 2023 is het kengetal verbeterd door de aflossing van langlopende leningen in combinatie met hogere baten. De schuldquote is lager dan het gemiddelde van gemeenten in dezelfde grootteklasse geeft geen aanleiding het beleid aan te passen.
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal is de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen en geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft een indicatie van de financiële weerbaarheid. Hoe hoger de uitkomst van dit ratio, des te groter de weerbaarheid.
De uitkomst in 2023 is 40 en nagenoeg gelijk aan die van de solvabiliteitsratio van rekening 2022 die was namelijk 39. Vergeleken met de begroting 2023 is het kengetal gestegen van 22 naar 40. De reden hiervan is een stijging van het Eigen Vermogen.
Het solvabiliteitsratio is de laatste jaren sterk gestegen en iets lager dan het gemiddelde van gemeenten in dezelfde grootteklasse. Het is op een gezond niveau en geeft geen aanleiding het beleid aan te passen.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot het verschil is tussen de structurele baten en de structurele lasten - de structurele exploitatieruimte. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Een positieve uitkomst betekent dat er structureel hogere baten zijn dan structurele lasten. Over het algemeen geldt als richtlijn: hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is.
Vergeleken met...
Deze verbetering van de uitkomst van het kengetal heeft geen effect op het genoemde kengetal in de begroting 2023. De uitkomst is positiever dan het gemiddelde van gemeenten in dezelfde grootteklasse.
Grondexploitatie
Grondexploitaties kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten). Wanneer een gemeente leningen aantrekt om daarmee grond te kopen, vergroot dit ook de schuldpositie. Van belang is om te weten of de schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden.
Vergeleken met de rekening 2022 is het kengetal gedaald, maar vergeleken met de begroting is het gestegen. De omvang van de grondexploitaties lager dan het gemiddelde van gemeenten in dezelfde grootteklasse.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de verhouding van de woonlasten voor een gezin bij gemiddelde WOZ-waarde ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit is een indicatie voor de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. De woonlasten zijn OZB-lasten, rioolheffing en afvalstoffenheffing gecorrigeerd voor heffingskortingen. De mogelijkheid om financiële tegenvallers met hogere heffingen op te vangen is beperkt omdat deze niet hoger mogen zijn dan kostendekkend. Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde.
Vergeleken met de rekening 2022 is het percentage gestegen. Dit kengetal laat zien dat er in potentie een positieve belastingcapaciteit is om de inkomsten te verhogen. Vergeleken met het gemiddelde van gemeenten in dezelfde grootteklasse scoort Deventer positief op dit kengetal.
Conclusie
De diverse kengetallen met betrekking tot de schuldpositie laten een positieve ontwikkeling zien en geven dus geen aanleiding om het financieel beleid aan te passen.
De financiële positie van de gemeente Deventer geeft geen aanleiding af te wijken van de continuïteitsveronderstelling. Deze veronderstelling heeft ook betrekking op de mate waarin Deventer zelfstandig en autonoom (financieel) beleid kan voeren en feit dat het risico op preventief provinciaal toezicht (artikel 12) zeer klein is. De continuïteitsveronderstelling is gebaseerd op de volgende constateringen:
- De gemeente heeft een structureel sluitende meerjarenbegroting en kent de afgelopen jaren positieve jaarrekeningresultaten.
- Voor gemeenten geldt een vrijwel onbegrensde leencapaciteit bij de BNG (en daardoor sprake van altijd aanwezige liquiditeit) waardoor er geen onzekerheid bestaat over de continuïteitsveronderstelling.
- De financiële positie van de gemeente is gezond, zoals blijkt uit de financiële kengetallen.
- De risico’s worden goed beheerst respectievelijk gemonitord door een actief risicomanagement toe te passen en er is sprake van een goed onderbouwde toereikende weerstandscapaciteit.