Inhuur
(bedragen x €1.000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Prognose | Realisatie | ||||
Soort inhuur | 2020 | 2021 | 2022 | Q3 2023 | 2023 |
Inhuur vaste formatie | 2.518 | 3.300 | 3.500 | 4.400 | 4.600 |
Inhuur extra capaciteit | |||||
Inhuur specifieke deskundigheid | |||||
Vervanging ziekte/zwangerschap | 700 | 848 | 900 | 1.100 | 1.200 |
Piekbelasting | 543 | 350 | 500 | 600 | 600 |
Bewuste keuze flexibiliteit | 869 | 800 | 800 | 900 | 1.000 |
Speciale projecten | 3.976 | 4200 | 6.137 | 7.250 | 7.875 |
Totaal | 8.606 | 9.498 | 11.837 | 14.250 | 15.275 |
De inhuurkosten zijn in 2023 uitgekomen op €15.275.000. Dit is een forse stijging (€3,4 miljoen) ten opzichte van vorig jaar. Het inhuurpercentage ten opzichte van de loonsom in 2022 was 15,6% en voor 2023 is dit 17,3%. Volgens de Personeelsmonitor Gemeenten van het A+O Fonds lag dit percentage in 2022 bij gemeenten gemiddeld op 17%. De inhuur is vooral toegenomen voor tijdelijke uitvoeringsregelingen zoals de toeslag kinderopvang en de energietoeslag, opvang van Oekraïners en een groei in fysieke projecten en ICT. Naast de stijging in het volume van inhuur zijn ook de tarieven waartegen inhuur wordt aangeboden flink toegenomen.
De inhuurkosten nemen sinds 2020 al toe, De opgaven zijn groot, de werkloosheid is laag en er is krapte op de arbeidsmarkt. In veertien gevallen hebben we inhuur kunnen omzetten naar dienstverbanden, maar door moeilijk vervulbare functies zijn we soms nog steeds gedwongen om in te (blijven) huren. Ondanks een gestegen formatie blijft er een grote vraag naar aanvullende flexibele capaciteit. Op de vaste formatie wordt ingehuurd voor moeilijk vervulbare vacatures, voor een flexibele schil bij wisselend projectaanbod en voor vervanging bij ziekte en zwangerschap. Inhuur op projecten betreft vooral fysieke projecten, ICT-projecten, toeslag kinderopvang en energietoeslag.